Oppervlakte
Gebruik de optie Oppervlakte om de oppervlakte tussen de grafiek, de horizontale as en twee gekozen grenslijnen te bepalen.
Bepalen van een oppervlakte
-
Kies Analyse/Verwerking > Oppervlakte.
-
Als er meerdere runs actief zijn, kies dan een run onder Meting.
- Als er meerdere variabelen op de y-as staan, kies dan de gewenste variabele onder Grootheid. De gekozen grafiek wordt venstervullend weergegeven. De andere grafieken (mits aanwezig) blijven grijs.
-
De grafiek toont twee lichtrode grenslijnen waartussen de oppervlakte wordt berekend.
Het gekozen oppervlak is donkerrood.
-
Versleep de grenslijnen naar de gewenste plaats, of typ de begin- en eindwaarden voor de grenslijnen in de Begin en Eind velden.
-
De waarde van de oppervlakte wordt gegeven in het Oppervlakte veld.
-
Klik op de knop Kopieer naar Klembord
om de begin- en eindwaarden en de bijbehorende oppervlakte naar het klembord te kopiëren voor nader gebruik in teksten of andere applicaties.
-
Klik op Sluiten om het oppervlaktevenster te sluiten.