Schetsen
Met de optie Schetsen kan er handmatig een grafiek getekend worden in het diagram. Deze optie kan bijvoorbeeld gebruikt worden om metingen te voorspellen. Nadat de meting is gedaan, kan de schets vergeleken worden met de meting. Een geschetste grafiek kan ook gebruikt worden als input voor een Hulpvariabele bij Modelleren.
Het schetsen van een grafiek
-
Klik in de werkbalk op de knop Schets
of selecteer Grafiek schetsen in het Gereedschapsmenu.
-
Teken met de muis een vloeiende curve door de muis van links naar rechts door het diagram te slepen of door op verschillende plekken in het diagram te klikken (punt naar punt). Dubbelklik op een punt in de schets om alle navolgende punten te wissen.
-
Stop met schetsen door <Esc> in te drukken, of door opnieuw op de knop Schets
te klikken, of door in het Gereedschapsmenu Stoppen met schetsen te kiezen.
-
Er worden een nieuwe variabele ("Schets <variabele>") en nieuwe meting toegevoegd ("Schets van <variabele>") aan de Datatabel. De naam van de variabele komt overeen met de eerste variabele die op de y-as weergegeven was tijdens het schetsen. De schets-variabele is een handmatige variabele, waardoor de datapunten direct in de datatabel aangepast kunnen worden. Een schets wordt standaard zwart getekend. Dit kan aangepast worden via Diagrameigenschappen.